Er staat een woord en dat moet je dan vertalen naar het Spaans, of naar het Nederlands. Het zijn 5 vragen.
SUCCES!
1. derecha y izquierda
A. Links en rechts
B. Rechts en links
C. Standbeeld en stadhuis
2. Buenos noches, buenos tardes y buenos dias
A. Goedeavond/nacht, goedemiddag en goedeochtend
B. Goedeochtend, goedeavond/nacht en goedemiddag
C. Goedemiddag, goedeochtend en goedeavond/nacht
3. De straat en de laan
A. La calle y la tienda
B. La avenida y la calle
C. La calle y la avenida
4. El pie y la pierna
A. De voet en het been
B. Het been en de voet
C. La cabeza y la mano
5. Auto
A. Bus
B. Coche
C. Moto
Geen opmerkingen:
Een reactie posten