Nieuw hier?

Ben jij hier om serieus Spaans te leren of gewoon de basis te leren? En ben jij nieuw? Druk dan rechts en druk onder: Berichten: op Voorstellen in het Spaans. Want daar begint het mee. Succes!



Groetjes Xaviera

Waarom ben je hier?

vrijdag 10 februari 2012

Vrije tijd/Sporten

1 el ciclismo (siekliesiemo)
de wielersport

andar en bicicleta (andar en biesiekléta)
met de fiets rijden

2 la hípica (iepieka)
de paardensport

3 el andar (andár)
de wandelsport

ir a dar un paseo (ir a dar oen pasio)
een wandeling maken

4 jugar al tenis (goear al tennies)
tennissen

5 la gimnástica (gímnastieka)
het turnen

6 la pesca (péskaa)
het vissen

7 la natación (nátácjon)
de zwemsport

nadar
zwemmen

8 la esgrima (ésgriema)
het schermen

8 el correr (corrér)
het hardlopen

correr
lopen

10 el patinaje (patienagé)
het schaatsen

¿Que deportes practicas tú? (Kwe deportés praktiekas toe?)
Welke sport beoefen je?

De beroepen

1 de loodgieter
el fontanero
2 de verkoper
el vendedor
3 de secretaresse
la secretaria
4 de tandarts
el dentista
5 el mecánico
de monteur
6 de politieagent
el pilicía
7 de kapster
la peluquera
8 de dokter
el médico
9 de elektricien
el elektricista
10 la enfermera
de verpleegster
11 de brandweerman
el bombero
12 de postbode
el cartero
13 de ingenieur
el ingeniero
14 de leraar
el profesor
15 de schilder
el pintor

Het station

1 Het station
La estación

2 Het spoor
La vía del tren

3 de rail
El riel

4 de ingang
La entrada

5 de uitgang
La salida

6 de trein
El tren

7 De wagen
El vagón

8 de locomotief
La locomotora

9 het loket
La taquilla

10 het spoorkaartje
El billete

11 de reiziger
El viajero

12 de hoofdconducteur
El guardia

13 de controleur
El revisor

14 het informatiebureau
La oficina de infomación

Het platteland

la colina = de heuvel
el pueblo = het dorp
el camino = de weg
el pescador = de visser
el bosque = het bos
la flor = de bloem
el arbusto = de struik
la granja = de boerderij
el tractor = de tractor
el río = de rivier
el puente = de brug

Het weer

De hemel = el cielo
De wolk = la nube
De zon = el sol
De ster = la estrella
De mist = la niebla
De maan = la luna
De thermometer = el termónetro
De regen = la lluvia
Het regent =  llueve
De wind = el viento
Het is winderig = hace viento
De sneeuw = nieve
Het sneeuwt = está nevando
De ijzel = el hielo
Het vriest = hiela
De donder en de bliksem = El trueno y el relámpago

De zon schijnt = El sol brilla
Het is koud = Hace frío
Het is warm = Hace calor

Opdracht 3

Er staat een woord en dat moet je dan vertalen naar het Spaans, of naar het Nederlands. Het zijn 5 vragen.

SUCCES!

1. derecha y izquierda


A. Links en rechts

B. Rechts en links
C. Standbeeld en stadhuis

2. Buenos noches, buenos tardes y buenos dias


A. Goedeavond/nacht, goedemiddag en goedeochtend

B. Goedeochtend, goedeavond/nacht en goedemiddag
C. Goedemiddag, goedeochtend en goedeavond/nacht

3. De straat en de laan


A. La calle y la tienda

B. La avenida y la calle
C. La calle y la avenida

4. El pie y la pierna


A. De voet en het been

B. Het been en de voet
C. La cabeza y la mano

5. Auto


A. Bus

B. Coche
C. Moto











Door de stad


Vanaf la casa (het huis) gaan we izquierda (links) naar el supermercado (de supermarkt).
Dan gaan we derecha (rechts) naar la escuela. (de school). Dan weer derecha naar la iglesia (de kerk)
Midden in de stad is een groot parque (park) Daar staat een banco. (bank) y een árbol (boom)
Nu gaan we een calle (straat) in en daarna gaan we een avenida (laan) in.

Via el paso de peatones (zebrapad) steken we over. Zo hoeven we niet langs el semáforo (het verkeerslicht). We komen bij een edificio (gebouw), het is een oficina (kantoor).
Nog even snel langs la tienda (de winkel) voor brood. Naast la tienda zit el restaurante (het restaurant).
Izquierda is la farmacia (de apotheek). Daar tegenover is la carnicería (de slagerij).
Daarnaast weer la panadería. (de bakker). En daar tegenover is la pescadería (de viswinkel).
La floristería (de bloemenwinkel) is daar ook. Bij el parque is ook la plaza. (het plein).

Daar staat la estatua (het standbeeld). Bij el ayuntamiento (het stadhuis) is een aparcamiento (parkeerplaats). Derecha is la parada del bus. (de bushalte).
En daar derecha is el cine. (de bioscoop)


Rondje door de stad!

Vanaf la casa (het huis) gaan we izquierda (links) naar el supermercado (de supermarkt).
Dan gaan we derecha (rechts) naar la escuela. (de school). Dan weer derecha naar la iglesia (de kerk)
Midden in de stad is een groot parque (park) Daar staat een banco (bank) y een árbol (boom)
Dan komen we in een calle. (straat). En in een avenida (laan).

We steken via el paso de peatones

Extra's

Hallo
Hola


Goedeavond/Goedenacht

Buenos noches


Goedemiddag

Buenos tardes



Goedeochtend

Buenos dias


Doei

Adiós



Dank je
Gracias


Dank u zeer

Muchas gracias


Graag gedaan

Es un placer


Wat zei u?

¿Como?

Het spijt me

Lo siento


Sorry

Perdón

Excuseer me
Disculpe

Alsjeblieft
Por favor














(Openbaar) Vervoer

1.
El bus
De bus

2.
El avión
Het vliegtuig

3.
El helicóptero
De helikopter

4.
El tren
De trein

5.
El coche
De auto
El cotjé

6.
El barco
De boot

7.
El camión
De vrachtwagen

8.
La moto
De motorfiets

9.
La bicicleta
De fiets
La biesieklétá

10.
El metro
De metro


 

Je lichaam

Het is cinco julio. Het ziekenhuis opent vandaag. Dat is maar goed ook want ik heb last van mijn
mano (hand) y mijn brazo (arm). Ik ben gevallen. Er zijn nog meer mensen in de wachtkamer.
Alysha heeft pijn aan haar cabeza. (hoofd) Lars heeft zijn nariz (neus) gestoten. Vivian heeft dos dientes
(tanden) door haar lip. De orejas (oren) van Karel zijn helemaal rojo! El cuello (hals) van Martijn
heeft rojo vlekken. En Jan komt zijn ojos (ogen) (ochos) tesen. Hij kan het bord niet lezen.
Mijn harmana heeft last van haar pierna. (been) En el pie y dedos del pie (voet en tenen) van Willem zijn azul! Mijn hermana moest eigenlijk haar pelo (haar) doen bij de kapper, maar dat gaat niet door nu ze last van haar pierna heeft. Niemand heeft last van zijn boca (mond) of zijn dedos (vingers), gelukkig maar!


Dit is deel 3 van: Spaans leren. Ben je hier nieuw? Ga dan helemaal naar beneden en druk op Ouderen berichten om: Voorstellen in het Spaans te vinden. Je kan ook hiernaast bij:
 Berichten kijken om te zoeken wat je zoekt. Succes!



Opdracht 2

Weer een nieuwe opdracht! Dit keer is het een tekst! Vertaal de tekst juist in je reactie.

Uno niño y uno niña lopen naar school. In hun cartera zitten libros, uno regla, uno goma, uno bolígrafo, uno lapíz y uno cuaderno. Als ze op hun silla zitten begint de maestro eerst met een verhaal.

"Padre y madre zijn op de markt. Uno niño helpt met la manzanas y la fresas. La fresas zijn er weer, want het is primavera. Lekker! Hun kinderen, dos niñas y dos niños zijn thuis met hun oom en tante. Die komen eten. Ineens ligt er post bij la puerta. De krant is er! Er staat in dat op cinco julio een nieuw ziekenhuis opent! Dat is mooi! Ze hebben vast geen bañador te koop? El dos niñas hebben dat nodig, want ze gaan binnenkort op vakantie. Ook hebben ze nog dos faldas y dos camisas nodig.
De niños hebben nog pantalones en sandalias nodig. Dus die gaan ze mañana kopen. Ayer hebben ze
allemaal nieuwe zapatos gekregen."

Als het verhaal afgelopen is, is het pauze en gaan ze lekker spelen.

Succes!



Dit is onderdeel van: Een stapje verder. Als je hier nieuw bent moet je helemaal

naar onder: Voorstellen in het Spaans. Je moet zelfs nog op:
Oudere berichten. drukken.

Naar school

Tina loopt de clase (klas) in. El maestro (de meester) is er nog niet. Alle niños y niñas zitten op een silla. (stoel). Sommige op een banco. (bank) Ook hebben ze een stapel libros (boeken) in hun cartera (boekentas) zitten. Op tafel hebben ze cuaderno (schrift), goma (gum), lápiz (potlood), bolígrafo (pen)
y la regla (de lat). Bij la tiza (het bord) ligt een krijtje. (pizarra).

Op la ventana (het venster) staan planten. Op el armario (de kast) ook. Ineens staat el maestro (de meester) bij la puerta (de deur). Als ik naar el reloj (de klok) kijk zie ik dat hij precies op tijd is.
Hij noemt alle namen, van iedere alumno. (leerling).


Dit is onderdeel van: Een stapje verder. Als je hier nieuw bent moet je helemaal

naar onder: Voorstellen in het Spaans. Je moet zelfs nog op:
Oudere berichten. drukken. Dit is het vijfde bericht van: Een stapje
verder. Succes!

Kleding

Yo (ik), madre y mijn harmana Lisa gaan winkelen. We zijn op zoek naar een impermeable (regenjas)
(iempermeablé) Het is namelijk bijna verano. Er hangt van alles, namelijk:

Gorro (muts), bufanda (sjaal), guantes (handschoenen), calcetines (sokken) (kalsetienes),
zapatos (schoenen), pantalon (broek), camisa (hemd), vestido (jurk), falda (rok), jersey (trui) (gerséj),

bañador (badpak), pijama (pyjama) (piegama) y sandalias (sandalen).


Dit is onderdeel van: Een stapje verder. Als je hier nieuw bent moet je helemaal

naar onder: Voorstellen in het Spaans. Je moet zelfs nog op:
Oudere berichten. drukken. Dit is het vierde bericht van: Een stapje
verder. Succes!




Fruit

 Madre y padre gaan naar de markt. Ze kopen daar van al dit fruit uno kilo:
manzana (appel) pera (peer), plátano (banaan), ciruela (pruim), ceresa (kers),
fresa (aarbei), naranja (sinaasappel) (narancha) y uvas (druiven).
Ik zei dat ze ook limón (citroen) moest kopen.



Dit is onderdeel van: Een stapje verder. Als je hier nieuw bent moet je helemaal

naar onder: Voorstellen in het Spaans. Je moet zelfs nog op:
Oudere berichten. drukken. Dit is het derde bericht van: Een stapje
verder. Succes!

Maanden en seizoenen

Sam is jarig op once enero. (elf januari)
Rachel is jarig op tres febrero (drie februari)
Megan is jarig op nueve marzo (negen maart)

Tom is jarig op diecisiete abril (zeventien april)

Lisa is jarig op veinte mayo (twintig mei)

Laura is jarig op ocho junio (acht juni)

Gerrit is jarig op quince julio (vijftien juli)

Frank is jarig op veintequatro agosto (negenentwintig augustus)

Anne is jarig op doce septiembre (twaalf september)

Peter is jarig op dieciocho octubre (achttien oktober)

Jill is jarig op cinco noviembre (vijf november)

Robin is jarig op uno diciembre (één december)



Xander is jarig in la primavera (de zomer)

Lilly is jarig in el invierno (de lente)

Harry is jarig in el verano ( de herfst)

Karin is jarig in el otoño (de winter) (otonjó)




Dit is onderdeel van: Een stapje verder. Als je hier nieuw bent moet je helemaal

naar onder: Voorstellen in het Spaans. Je moet zelfs nog op:
Oudere berichten. drukken. Dit is het tweede bericht van: Een stapje
verder. Succes!



Huis

Hoi!
Ik ga jullie een rondleiding geven door mijn huis.

Kom binnen. Laten we meteen doorlopen naar de cocina (keuken) (cocciena)
We hebben de cocina en salón (huiskamer) (salón) in een kamer.

Ook de comedor (eetkamer) (commedór) zit erbij in. Een trap
naar beneden hebben we de sótano (kelder) (sottannó)
En dan weer 2 trappen naar boven den baño (badkamer) (banjo) en

habitación (slaapkamer) (habitación). Nog een trap naar boven hebben

we de desván. (zolder) (desván) En bij de achterkant en voorkant hebben
we een jardín (tuin) (gardien)

Dit is onderdeel van: Een stapje verder. Als je hier nieuw bent moet je helemaal

naar onder: Voorstellen in het Spaans. Dit is het eerste bericht van: Een stapje
verder. Succes!

Eerste vragenlijst

Dit is zijn de eerste vragen. Voordat je reageert met de antwoorden moet je eerst even alle zes onderwerpen doornemen. De dikgedrukte woorden zijn belangrijk EN spaans!

Madre gaat naar de supermarkt. Onderweg komt ze een caballo tegen!

Wie is er onderweg naar de supermarkt?

A. Vader.
B. Moeder.
C. Paard.

Wat komt madre tegen?

A. Een kip
B. Een haan
C. Een paard

La caballo komt rustig naar madre toe. La caballo is een niño. Hij snuffelt en begint ineens te praten:
'¿Como estas?'


Is het paard een jongen of een meisje?


A. Een jongen
B. Een meisje
C. Dat kan je niet uit de tekst halen.

Wat vraagt la caballo?


A. Ga jij naar de supermarkt toe?
B. Hoe gaat het?
C. Hoe heet je?

Madre schrikt. 'Hoe kan jij praten?', roept madre. Opeens word la caballo helemaal verde!

Wat voor kleur word la caballo?

A. Groen
B. Rood
C. Blauw

Ineens komt er nog een caballo aan. La caballo (een niña) zegt tegen la caballo:
'Hoi Tom! Je word weer een verde!'

Wat komt er aan lopen?

A. Een vrouwelijk paard
B. Een mannelijk paard
C. Er komt niks aanlopen.


Paar zinnen en regels

el = de
la = het
¿Como estas? = Hoe gaat het?

¡Adios! = Doei!
padre = vader
madre = moeder
hermano(s) = broer(s)
hermana(s) = zus(sen)
meisje = niña
jongen = niño


Dit is onderdeel van: Beginwoorden. Ben je hier nieuw? Dit is het zesde bericht. Ga opzoek
naar het eerste bericht als je het nog niet gelezen hebt.





Dieren

Konijn = conejo (conego)
Hond = perro (perro)

Haan = gallito (galjieto)

Vis = pez (peg)

Vogel = pájaro (pagaro)

Kat = gato (gáto)

Kip =gallina (gajiena)

Paard = caballo (cabajo)

Muis = ratón (ratton)

Koe = vaca (waca)

Eend = pato (pato)




Dit is onderdeel van: Beginwoorden. Ben je hier nieuw? Dit is het vijfde bericht. Ga opzoek
naar het eerste bericht als je het nog niet gelezen hebt.

Dagen van de week

Hoy (vandaag) (hoi) is het lunes (maandag) (loenes)  mañana (morgen) (manjanna) is het martes. (dinsdag) (martes) Op de dag na martes is het miércoles (woensdag) (mjiercoles)
En op jueves (donderdag) (gwueves) moet ik naar de tandarts. En op viernes (vrijdag) (bjernes)

komt mijn vriendin logeren! Ze blijft tot sábado (zaterdag) (sabbadó) !

Daarna, op domingo (zondag) (domíngó) is mijn zusje jarig!
En ayer (gisteren) (ajér) had ik ook al een feestje van mijn oom!


Dit is onderdeel van: Beginwoorden. Ben je hier nieuw? Dit is het vierde bericht. Ga opzoek
naar het eerste bericht als je het nog niet gelezen hebt.


Tellen

0 nul cero
1 een uno
2 twee dos
3 drie tres
4 vier cuatro
5 vijf cinco
6 zes seis
7 zeven siete
8 acht ocho
9 negen nueve
10 tien diez
11 elf once
12 twaalf doce
13 dertien trece
14 veertien catorce
15 vijftien quince
16 zestien dieciséis
17 zeventien diecisiete
18 achttien dieciocho
19 negentien diecinueve
20 twintig veinte
21 eenentwintig veintiuno
22 tweeëntwintig veintidós
23 drieëntwintig veintitrés
24 vierentwintig veinticuatro
25 vijfentwintig veinticinco
26 zesentwintig veintiséis
27 zevenentwintig veintisiete
28 achtentwintig veintiocho
29 negenentwintig veintinueve
30 dertig treinta
31 eenendertig treinta y uno
32 tweeëndertig treinta y dos
33 drieëndertig treinta y tres
40 veertig cuarenta
50 vijftig cincuenta
60 zestig sesenta
70 zeventig setenta
80 tachtig ochenta
90 negentig noventa
100 honderd cien



Dit is onderdeel van: Beginwoorden. Ben je hier nieuw? Dit is het derde bericht. Ga opzoek
naar het eerste bericht als je het nog niet gelezen hebt.

Kleuren

In het vorige bericht staat wat de kleuren en lettertypes betekenen.
Die gelden voor alle berichten. Omdat we nu kleuren gaan leren, doe ik groen in de kleur groen.
De kleur groen heeft geen betekenis, dus dat is gewoon om het op te vrolijken. Bij rood doe ik gewoon deze kleur, zwart/grijs. Ik doe het in verhaalvorm. En dit keer is dikgedrukt zoals je ziet wat het in het Spaans betekend.

Op een dag liep er een kat over straat. De kat was zwart (negro) (négro) met
wit. (blanco) (bláncó). De kat was opzoek naar een lekker grijs (gris) (gries) muisje.
Meestal kreeg hij eten van zijn baas, maar zijn baas was haar haar blauw (azul) (asúl) aan
het verven, dus die had geen tijd. De muizen waren niet te vinden, ze zaten vast aan zijn baas'
gele (amarillo) (amarílló) kaas te eten. Die was net vers uit de supermarkt! Hij moest ze
stoppen! De kat rende naar zijn huis, en ging door het kattenluikje van de grote rode (rojo) (Rógó)
deur. Helaas was hij te laat. De koelkast, beplakt met groene (verde) (berde) en roze (rosa) (rosá)

papiertjes was opengemaakt en de kaas lag op de grond. Hoe die muizen dat gedaan hadden

blijft een raadsel. Zelfs de oranje (naranja) (narancha) korst was er niet meer.
Met azul haar kwam het baasje naar beneden. 'Kat, heb jij dat gedaan?!', riep ze.
De muizen lachten de kat uit vanuit hun hol. De kat miauwde wat, maar helaas.
Met de paarse (morado) (mórado) plantenspuit werd er op hem gespoten.
Dat gebeurde altijd als de kat iets stouts had gedaan. Maar de kat was het dit keer niet!
Van schrik sprong hij op de bruine (marrón) (marron)  tafel. En stootte hij ook nog de
beige (beige) (bezje) vaas om! Dit was de ergste dag van zijn leven!


Xaviera.

Dit is onderdeel van: Beginwoorden. Ben je hier nieuw? Dit is het tweede bericht. Ga opzoek
naar het eerste bericht als je het nog niet gelezen hebt.

Voorstellen in het Spaans

Hallo allemaal,

via deze blog ga ik jullie een beetje Spaans leren spreken.
Ik ga me even voorstellen in het Spaans.
Me llamo Xaviera.  (Ik heet Xaviera) (Mie ljammo...)
Tengo once años. (Ik ben elf jaar) (Tengo onsé anjos)

Vivo en Nederland, Gelderland.
(Ik woon in Nederland, Gelderland. (Vievo en...)







Legenda:

dikgedrukt = betekenis

Rood & dikgedrukt = Uitspraak


Dit is onderdeel van: Beginwoorden. Ben je hier nieuw? Dit is het allereerste bericht.